Diagnose informatie in de ggz van 2011 tot 2023 Ggz zonder diagnosen CBS 2021 Geen informatie meer beschikbaar vanaf 2019 NZahoofdgroepen en DSM-5 Totaaloverzichten per diagnosegroep en kenmerk

Diagnose informatie in de ggz van 2011 tot 2023

25 Februari 2025 Theo Broekman

Vanaf 2011 tot nu heeft de ggz met drie verschillende datasets van diagnoses te  maken.
De 2 datasets van 2011-2016 en 2017-2021 worden door het CBS als volgt toegelicht: De specialistische GGZ registreert de diagnoses in detail en volgt daarbij de DSM  (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders), tot en met 2016 versie IV en vanaf 2017 versie 5. Voor de aanlevering tot en met 2016 aan het dbc-informatiesysteem DIS en aan de verzekeraars wordt de diagnose-informatie reeds geaggregeerd en (vanaf 2017) geconverteerd naar hoofdgroepen die zijn gebaseerd op de DSM-IV. Hierbij gaat informatie verloren.

Sinds 2022 worden niet de NZa hoofdgroepen maar de NZa DSM-5 hoofdgroepen (aan Vektis) geleverd. Tabel 1 geeft een overzicht.

Tabel 1
Datasets: kenmerken
Dataset Periode Classificatie
systeem
Data
Diagnoseinformatie
Methode
hoofdgroepen (n) detailgroepen (n)
CBS 83709NED 2011-2016 DSM-IV DSM-IV hoofd- en detailgroepen 18 106 Geaggregeerd
CBS 84857NED 2017-2021 DSM-5 NZa hoofdgroepen 16 0 Geconverteerd
Vektis 2023- DSM-5 NZa DSM-5 hoofdgroepen 14 0 Geaggregeerd

Om de diagnosecijfers in de tijd te kunnen interpreteren hebben we de twee datasets van het CBS omgezet naar de NZa DSM-5 hoofdgroepen zoals die sinds 2022 gebruikt worden (Vektis heeft (nog) geen data over 2022 gepubliceerd).

Voor de dataset met DSM-IV hoofd- en detailgroepen is dat redelijk gelukt. Omdat die informatie bevat over 106 detailgroepen kunnen bijna alle diagnosegroepen van 2011-2016 geaggregeerd worden in NZa DSM-5 hoofdgroepen. In ongeveer 2 500 tot 5 000 gevallen kan dat niet eenduidig. Tabel 2 geeft een overzicht van de omzetting per groep en per jaar van DSM-IV hoofd- en detailgroepen naar NZa DSM-5 hoofdgroepen.

Tabel 2
Gespecialiseerde ggz: DSM-IV hoofd- en detailgroepen omgezet naar NZa DSM-5 hoofdgroepen per jaar (2011-2016)
NZa DSM-5
hoofdgroepen
DSM-IV hoofd- en detailgroepen
n
2011 2012 2013 2014 2015 2016
1 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen [1]
1.1 Zwakzinnigheid





1.10.4 Overig kindertijd: overig of NAO 700 850 1 100 1 135 530 400
1.2 Totaal leerstoornissen 490 405 290 190 85 35
1.3 Stoornissen motorische vaardigheden 10 15 10 15 5 5
1.4 Communicatiestoornissen 140 145 150 105 65 45
1.5 Totaal pervasieve ontwikk.stoorn. 25 920 27 830 31 270 33 215 30 335 30 905
1.6.1 Aandachtstekort: hyperactiviteit 42 560 42 895 45 965 46 325 38 875 35 340
1.8 Totaal Tic-stoornissen 490 480 495 510 370 295
Subtotaal
70 310 72 620 79 280 81 495 70 265 67 025
2 Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen [2]
5 Totaal schizofrenie e.a. psychot. st. 66 165 66 005 67 825 64 175 59 755 59 685
Subtotaal
66 165 66 005 67 825 64 175 59 755 59 685
3 Bipolaire-stemmingsstoornissen [3]
6.2 Totaal bipolaire stoornissen 30 255 30 045 31 005 30 145 28 450 28 250
6.3 Stemmingsstoornis: overig of NAOa) 5 295 7 180 8 695 7 195 5 950 6 350
Subtotaal
35 550 37 225 39 700 37 340 34 400 34 600
4 Depressieve-stemmingsstoornissen [4]
6.1 Totaal depressieve stoornissen 202 290 207 785 223 000 198 170 173 480 170 385
Subtotaal
202 290 207 785 223 000 198 170 173 480 170 385
5 Angststoornissen [5]
1.10.1 Overig kindertijd: separatieangst 180 155 170 160 140 125
1.10.2 Ov.kind.tijd: selectief mutisme 10 10 15 20 10 15
7.1 Paniekstoornis zonder agorafobie 10 625 10 255 10 835 9 390 8 210 8 100
7.10 Angststoornissen: overig of NAO 24 020 29 130 33 345 26 215 20 635 21 150
7.2 Paniekstoornis met agorafobie 16 475 15 125 15 575 13 920 12 105 11 315
7.4 Specifieke fobie 2 940 2 470 2 375 1 700 1 180 995
7.5 Sociale fobie 10 850 10 175 10 610 9 300 7 800 7 880
7.9 Gegeneraliseerde angststoornis 16 625 16 940 18 565 17 780 16 560 16 465
Subtotaal
81 725 84 260 91 490 78 485 66 640 66 045
6 Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen [6]
7.6 Obsessieve-compulsieve stoornis 11 780 11 405 12 075 11 540 10 650 10 535
Subtotaal
11 780 11 405 12 075 11 540 10 650 10 535
7 Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen [7]
1.10.3 Ov.kind.tijd: react.hechtingsst. 580 635 695 795 495 430
7.7 Posttraumatische stress-stoornis 43 390 44 225 50 935 50 930 49 415 53 990
7.8 Acute stressstoornis 1 325 1 580 1 720 1 390 1 155 1 105
15 Totaal aanpassingsstoornissen 95 925 25 365 2 415 630 385 415
Subtotaal
141 220 71 805 55 765 53 745 51 450 55 940
9 Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen [8]
8 Totaal somatoforme stoornissen 32 740 33 765 34 095 28 265 26 905 28 750
Subtotaal
32 740 33 765 34 095 28 265 26 905 28 750
10 Voedings- en eetstoornissen [9]
1.7 Voedings- en eetstoorn. kindertijd 50 45 30 20 5 5
12 Totaal eetstoornissen 13 680 13 665 13 910 12 550 9 900 9 820
Subtotaal
13 730 13 710 13 940 12 570 9 905 9 825
16 Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen [10]
4 Totaal aan middel gebonden stoorn. 78 395 73 735 76 310 70 085 64 165 64 480
14.2 Pathologisch gokken 2 700 2 385 2 370 1 990 1 700 1 985
Subtotaal
81 095 76 120 78 680 72 075 65 865 66 465
17 Neurocognitieve stoornissen [11]
2 Totaal cognitieve stoornissen 47 950 42 635 41 350 33 905 28 095 23 655
Subtotaal
47 950 42 635 41 350 33 905 28 095 23 655
18 Persoonlijkheidsstoornissen [12]
16 Totaal persoonlijkheidsstoornissen 97 575 100 745 113 105 109 080 100 350 100 320
Subtotaal
97 575 100 745 113 105 109 080 100 350 100 320
22 Andere problemen die een reden van zorg kunnen zijn [13]
17 Totaal andere probl. reden voor zorg 104 885 69 495 20 105 1 695 705 520
Subtotaal
104 885 69 495 20 105 1 695 705 520
23 Restgroep [14]b)
10 Dissociatieve stoornissen 2 740 2 615 2 640 2 485 2 175 2 205
1.6.2.1 Gedragsstoornis 760 610 640 585 305 210
1.9 Stoornissen in de zindelijkheid 25 15 10 10 0 5
11.1 Seksuele disfuncties 4 870 4 005 3 565 2 070 545 280
11.2 Genderidentiteitsstoornissen 420 460 515 545 520 845
11.3 Seksuele stoorn.: overig of NAO 1 785 1 580 1 750 1 530 1 210 1 155
13 Slaapstoornissen 2 585 2 465 2 625 1 760 1 110 975
14.1 Periodieke explosieve stoornis 2 465 2 345 3 015 3 055 2 890 2 830
14.3 Stoorn. impulsbeh.: overig of NAO 7 555 8 095 10 165 8 715 7 155 6 815
Subtotaal
23 205 22 190 24 925 20 755 15 910 15 320
998 Geen of ontbrekende diagnose [998]
18 Geen of ontbrekende primaire diagnose 86 150 62 415 94 525 76 770 72 385 72 525
Subtotaal
86 150 62 415 94 525 76 770 72 385 72 525
Niet om te zetten
3 Psychische st. door somatische aand. 3 800 4 115 4 270 3 525 2 780 2 540
Subtotaal
3 800 4 115 4 270 3 525 2 780 2 540
Totalen
Totaal
1 100 170 976 295 994 130 883 590 789 540 784 135
Aantal personen
968 370 873 155 870 100 784 190 701 340 702 635
Nummering van de NZa DSM-5 hoofdgroepen overgemomen van de DSM-5 en Vektis codelijst CL0005-NZA. Op het eind tussen [] de NZa nummering zoals in de Staatscourant
Totaalgroepen van DSM-IV hoofd- en detailgroepen zijn cursief weergegeven
In het algemeen geldt voor DSM-5 dat een stoornis ten gevolge van gebruik van een middel of een lichamelijk ziekte bij de stoornis wordt geklassifcieerd en niet meer bij het middel of de ziekte.
Deze diagnosen zijn daarom op dit niveau niet om te zetten. Dat heeft naar schatting weinig invloed omdat deze niet vaak voorkomen.
Bron: CBS Open data: CBS 83709NED
a) Aan Bipolaire-stemmingsstoornissen toegewezen omdat de originele naam is: Bipolar and Related Disorders en de prevalentie dan ook in lijn is met de periode 2017-2021
b) Restgroepen: 8 Dissociatieve stoornissen;11 Stoornissen in de zindelijkheid;12 Slaap-waakstoornissen;13 Seksuele disfuncties;14 Genderdysforie;15 Disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen;19 Parafiele stoornissen;20 Overige psychische stoornissen;21 Bewegingsstoornissen en andere bijwerkingen van medicatie

Het omzetten van NZa hoofdgroepen naar NZa DSM-5 hoofdgroepen kan maar voor een gedeelte. Hier zijn namelijk twee problemen: 1) de DSM-IV hoofdgroepenindeling verschilt van de indeling van de DSM-5. 2) De NZa hoofdgroepen zijn geen geaggregeerde maar geconverteerde groepen met een indeling die op een aantal aspecten dwars door de DSM-IV en DSM-5 indelingen loopt.

Tabel 3
Gespecialiseerde ggz: NZa hoofdgroepen omgezet naar NZa DSM-5 hoofdgroepen per jaar (2017-2021)a)
NZa DSM-5 hoofdgroepen NZa hoofdgroepen
n
2017 2018 2019 2020 2021
1 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen [1]
2 Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen [2] 7 Schizofrenie en andere psychotische stoornissen 58 255 58 935 53 250 53 935 57 330
3 Bipolaire-stemmingsstoornissen [3] 9 Bipolaire en overige stemmingsstoornissen 33 835 33 365 31 000 31 015 32 655
4 Depressieve-stemmingsstoornissen [4] 8 Depressieve stoornissen 176 390 181 095 169 455 162 245 163 795
5 Angststoornissen [5]
6 Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen [6]
7 Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen [7]
9 Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen [8]
10 Voedings- en eetstoornissen [9] 14 Eetstoornissen 10 050 10 150 10 160 10 510 10 555
16 Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen [10] 5 Aan alcohol gebonden stoornis 30 725 31 965 30 745 28 305 29 690
6 Overige aan een middel gebonden stoornissen 33 410 35 085 34 315 33 245 36 155
Subtotaal 64 135 67 050 65 060 61 550 65 845
17 Neurocognitieve stoornissen [11] 4 Delirium, dementie en amnestische en andere cognitieve stoornissen 19 295 17 500 15 015 12 925 12 145
18 Persoonlijkheidsstoornissen [12] 12 Persoonlijkheidsstoornissen 103 070 102 425 99 100 99 640 101 505
22 Andere problemen die een reden van zorg kunnen zijn [13] 16 Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn 625 655 740 575 570
23 Restgroep [14] 11 Restgroep diagnoses 17 070 12 950 14 685 15 640 17 320
998 Geen of ontbrekende diagnose [998] 17 Geen of ontbrekende diagnose 72 650 73 255 73 240 67 865 72 365
Niet om te zetten 1 Aandachtstekortstoornissen en gedragsstoornissen 40 995 43 735 41 075 41 850 44 780
2 Pervasieve ontwikkelingsstoornissen 33 655 36 855 36 795 37 385 39 860
3 Overige stoornissen in de kindertijd 1 345 935 1 135 1 340 1 340
10 Angststoornissen 140 805 151 085 154 280 160 620 173 240
13 Somatoforme stoornissen 30 600 30 265 26 955 26 175 25 575
15 Aanpassingsstoornissen 365 415 465 320 350
Subtotaal 247 765 263 290 260 705 267 690 285 145
Totaal 803 140 820 670 792 410 783 590 819 230
Aantal personen 698 980 740 865 716 935 709 540 750 100
Nummering van de NZa DSM-5 hoofdgroepen overgemomen van de DSM-5 en Vektis codelijst CL0005-NZA. Op het eind tussen [] de NZa nummering zoals in de Staatscourant
In het algemeen geldt voor DSM-5 dat een stoornis ten gevolge van gebruik van een middel of een lichamelijk ziekte bij de stoornis wordt geklassifcieerd en niet meer bij het middel of de ziekte.
Deze diagnosen zijn daarom op dit niveau niet om te zetten. Dat heeft naar schatting weinig invloed omdat deze niet vaak voorkomen.
Bron: CBS Open data: CBS 84857NED
a) Voor een detailoverzicht van de relaties tussen NZa hoofdgroepen en (NZa) DSM-5 hoofdgroepen zie https://beta.nl/ggzdiagnosen/#NZADSM5

In Figuur 1 geeft het verloop in de tijd van de gegevens in tabel 2 en 3 grafisch weer. Voor de groepen die in 2017-2011 niet te converteren zijn is een linaire interploatie lijn gebruikt, alsmede voor het jaar 2022 waar Vektis (nog) niets over gepubliceerd heeft.

Tabel 4 laat de verschillen in aantal diagnosen in NZa DSM-5 hoofdgroepen in 2023 vergeleken met 2016 en 2021 voor zover mogelijk. Er is sprake van een enorme verschuiving en een grote daling. Dat is ook te zien in de vergelijking, voor zover dat mogelijk, tussen 2023 en 2021.

Tabel 4
Gespecialiseerde ggz: Aantal diagnosen in NZa DSM-5 hoofdgroepen: 2023 vergeleken met 2016 en 2021
Verschil in 2023 ten opzicht van
NZa DSM-5 hoofdgroepen
Aantal
Aantal
Percentage
2016 2021 2023 2016 2021 2016 2021
1 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen [1] 67 025
85 000 17 975
21%
2 Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen [2] 59 685 57 330 48 000 −11 685 −9 330 −24% −19%
3 Bipolaire-stemmingsstoornissen [3] 34 600 32 655 24 000 −10 600 −8 655 −44% −36%
4 Depressieve-stemmingsstoornissen [4] 170 385 163 795 146 000 −24 385 −17 795 −17% −12%
5 Angststoornissen [5] 66 045
77 000 10 955
14%
6 Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen [6] 10 535
11 000 465
4%
7 Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen [7] 55 940
93 000 37 060
40%
9 Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen [8] 28 750
23 000 −5 750
−25%
10 Voedings- en eetstoornissen [9] 9 825 10 555 10 000 175 −555 2% −6%
16 Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen [10] 66 465 65 845 63 000 −3 465 −2 845 −6% −5%
17 Neurocognitieve stoornissen [11] 23 655 12 145 8 000 −15 655 −4 145 −196% −52%
18 Persoonlijkheidsstoornissen [12] 100 320 101 505 75 000 −25 320 −26 505 −34% −35%
22 Andere problemen die een reden van zorg kunnen zijn [13] 520 570 0 −520 −570

23 Restgroep [14] 15 320 17 320 18 000 2 680 680 15% 4%
998 Geen of ontbrekende diagnose [998] 72 525 72 365




Niet om te zetten 2 540 285 145





784 135 819 230 681 000



Vektis heeft (nog) geen cijfers gepubliceerd over 2022. Voor 2023 is de diagnosehoofdgroep 'Geen of ontbrekende diagnose' (nog) niet beschikbaar.
Nummering van de NZa DSM-5 hoofdgroepen overgenomen van de DSM-5 en Vektis codelijst CL0005-NZA. Op het eind tussen [] de NZa nummering zoals in de Staatscourant.
Bronnen: CBS Open data: CBS 83709NED en CBS 84857NED. Vektis: Factsheet GGZ d.d. 06/01/2025.

En tot slot in Figuur 2 een overzicht van het totaal aantal diagnosen in hoofdgroepen en het totaal aantal personen per jaar van 2011 tot en met 2023.
Dit zijn de aantallen personen die dat jaar in de sggz werden behandeld, zie ook Laatste cijfers DBC-gefinancierde GGZ

Enkele conclusies

Alle hoofdgroepen van 2023 zijn met 2016 (na omzetting) te vergelijken. Er is sprake van een enorme verschuiving tussen groepen en een grote daling in het totaal. Dat is ook te zien in de vergelijking, voor zover dat mogelijk, tussen 2023 en 2021. Deze verschillen zijn zo groot en met de beschikbare gegevens niet goed te duiden dat nader onderzoek noodzakelijk is.

De informatievoorziening is beneden peil. DSM-5 diagnose informatie wordt op detailniveau geregistreerd maar niet verzameld. Voor een gedifferntieerd beeld zou dat ook verzameld moetn worden zoals van 2011-2016 wel gebeurde. De informatie over de ggz hoort niet alleen af te hangen van wat de marktmeester NZa nodig heeft om de martk te reguleren.

De overgang in 2022 naar NZa DSM--5 hoofgroepen en de grote verschillen tussen groepen hebben ook gevolgen voor de risicoverevening. Daar spelen de NZa hoofdgroepen: 2 Pervasieve ontwikkelingsstoornissen, 8 Aan alcohol gebonden stoornis em Overige aan een middel gebonden stoornissen, 10 Schizofrenie en andere psychotische stoornissen,12 Bipolaire en overige stemmingsstoornissen, 14 Persoonlijkheidsstoornissen, en 16 Eetstoornissen een belangrijke rol in het vereningscriterium diagnosekostengroepen psychische aandoeningen (DKG’s). De Pervasieve ontwikkelingsstoornissen zijn niet om te zetten vanf 2022 naar de jaren daarvoor. Voor de andere geldt met uitzondering van verslaving en eetstoornisen dat de aantallen enorm zijn teruggelopen. ten opzicht van 2021 met respectievelijk: -24%, -44%, -34%,

Ggz zonder diagnosen

12 November 2024 Theo Broekman

GGZ infomatie-elementen

In de NZa regeling voor de ggz 2025 vervalt de verplichting om een DSM-5 diagnose vast te leggen. Dit heeft twee vergaande gevolgen. Ten eerste is er over de ggz vanaf 2025 geen informatie meer beschikbaar is die gebaseerd is op een internationaal gestandaardiseerd classificatiesysteem. We zijn terug in de situatie van de jaren 60: “In preparation for ICD-8 in 1965, the WHO recognized the wide disparity in different national nomenclatures and lists of mental disorders used throughout the world. The WHO commissioned a British psychiatrist— Erwin Stengel— to survey all the major national and academic classifications available at the time as the basis for proposing a feasible international mental disorder classification in future editions of the ICD” (Regier at al. 2020).

en tweede is de aanspraak op vergoeding van ggz zorg gebaseerd op een diagnose. Geen diagnose: geen vergoeding. Dit bepaalt het Zorginstituut. Het Zorginstituut heeft ook een duidelijk standpunt over de toekomst (link geupdate miv 21 januari 2025): “Met het Zorgclustermodel is het niet mogelijk het juiste zorgdomein of bekostigingskader te duiden. Het is ook niet mogelijk het wettelijke criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’ aan de hand van zorgclusters uit te leggen. Dit geldt dus ook voor de huidige zorgvraagtypen. Het duiden van de aanspraken op basis van de DSM-classificatie - hoewel niet ideaal - is wel mogelijk.”

In 2020 schreef de NZa nog dat de DSM-hoofdgroep onder andere nodig is het voor het uitoefenen van toezicht op artikel 35 en 36 wmg en op de uitvoering van de risicoverevening . Ook gebruikt de NZa de DSM-hoofdgroepen bij de wachttijden registratie .

Voor de specialistische ggz zou de DSM-5 natuurlijk gewoon verplicht moeten blijven. Of natuurlijk de ICD-10, die zeer compatibel is met de DSM-5. De (andere) medisch specialistische zorg gebruikt ook de ICD-10 die een wereldwijde standaard is. Zo kan de informatievoorziening (ook voor de WHO) goed op orde blijven en kunnen vergoedingsaanspraken fatsoenlijk geborgd worden en kan inzicht en toezicht gewoon doorgaan.

Regier DA, Goldberg DP, Reed GM, Üstün BT. DSM-5 and ICD-11 classifications. In: Geddes JR, Andreasen NC, Goodwin GM, eds. New Oxford Textbook of Psychiatry. Oxford University Press; 2020:51-61. doi:10.1093/med/9780198713005.003.0007

DBC-gefinancierde GGZ: Update met CBS cijfers tot en met 2021

6 Juni 2023 Theo Broekman

Op 27 februari 2023 heeft het CBS de dataset 84857NED over DBC-gefinancierde CBS geactualiseerd met cijfers over 2020 en 2021. Door deze dataset te combineren met 83709NED kunnen wij nu overzichten presenteren van cijfers van 2011-2021 over aantallen personen en diagnoses in de DBC-GGZ. Zoals verderop uitgelegd wordt alleen nog diagnose informatie opgehaald op niveau van NZAhoofdgroepen. Dat is natuurlijk een enorme verarming van de klinisch epidemiologische informatie over behandeling in de GGZ. Te vrezen valt dat met de invoering van het zorgprestatiemodel en de daarmee gepaard gaande zorgvraagtypering zelfs ook deze summiere informatie over een aantal jaar niet meer beschikbaar zal zijn: blijft een DSM-diagnose verplicht? De vraag of een diagnose verplicht blijft, lijkt ons een belediging van de vakmensen die in de GGZ werken. Overigens kondigt het CBS al het einde van deze dataset aan: "Wanneer komen er nieuwe cijfers? Het DBC systeem in de GGZ is per 1 januari 2022 afgeschaft. Eind 2023 worden de cijfers van 2020 en 2021 definitief gemaakt. Hierna wordt de tabel stopgezet."

De cijfers laten zien dat het totaal aantal personen na een scherpe daling van 2011 tot 2015, vanaf 2015 ongeveer constant blijft. Absoluut is het aantal personen in 2021 boven de top van 2018, per 100 000 inwoners onder het niveau van 2018. Bij de hoofdgroepen is een stijgende lijn te zien bij angststoornissen, pervasieve stoornissen, en een lichte bij eetstoornssen. Een dalende lijn is te zien bij de groep: delirium, dementie, amnestische en overige cognitieve stoornissen.

Meer informatie over uitvoering van het onderzoek voor 84857NED is hier te vinden

Totaaloverzicht 2011-2021

Figuur: DBC-gefinancierde GGZ Aantal personen en aantal personen per 100 000 inwoners per jaar 2011-2021 DBC-gefinancierde GGZ Aantal personen per 100 000 inwoners

Overzicht per diagnose NZAhoofdgroep

Geen informatie meer beschibaar over diagnosen in de GGZ

20 Februari 2019 Theo Broekman

NZa stopt met verzamelen van informatie over diagnosen in de GGZ

Per 15-4-2019 stopt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met het verzamelen van informatie over diagnosen in de GGZ. In Verplichte aanlevering minimale dataset gespecialiseerde ggz - NR/REG-1829 staat dat per 15-4-2019 alleen nog 14 hoofdgroepdiagnosen deel uitmaken van de minimale dataset. De NZa heeft geconcludeerd dat het verzamelen van informatie over diagnosen voor het uitvoeren van haar wettelijke taken niet nodig is.

Volgens de Informatiekaart DIS (landelijke dbc-informatiesysteem) zorgt de NZa voor veilige opslag en beheer van GGZ data in het DIS. Vervolgens verzorgt de NZa wettelijk vastgelegde data-uitleveringen aan de volgende publieke afnemers:

  • Het ministerie van VWS gebruikt de data voor beleidsvoering en analyse van de bekostiging en financiering van zorg.
  • Het CBS gebruikt de data voor statistische analyses van de Nederlandse zorg.
  • Het Zorginstituut Nederland gebruikt de data voor het beheer, de kwaliteitsverbetering, het fondsbeheer en de risicoverevening van het pakket verzekerde zorg.

Het niet meer verzamelen van informatie over diagnosen, heeft dus ook voor anderen gevolgen. De NZa zegt hierover: ”Het klopt dat sommige informatie gedeeld wordt met andere partijen, maar de AVG biedt geen ruimte om informatie binnen te halen puur met als doel om de informatie te delen met andere partijen. Wij begrijpen dat er straks minder diagnose informatie beschikbaar is, maar voor onze analyses volstaat de informatie op hoofdgroep niveau.” (email d.d. 27/12/2018) Sommigen juichen deze ontwikkeling toe. Zij van mening zijn dat het verzamelen van informatie over diagnosen (in de GGZ) onrechtmatig is omdat het persoonsgegevens betreft, zie bijvoorbeeld een artikel waar de NZa als Rupsje Nooitgenoeg wordt gekarakteriseerd.

Omdat de NZa de enige partij is die landelijk informatie over diagnosen in de GGZ verzamelde zal deze infomatie niet neer beschikbaar zijn Ook dat zal niet iedereen verontrusten omdat niet iedereen waarde hecht aan het psychiatrisch diagnostisch classificatiesysteem, de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders).

Feit is dat de verzekerde aanspraken op geneeskundige GGZ volgens de zorgverzekeringswet en de bekostiging van de geneeskundige GGZ zijn gebaseerd op de DSM-5.

Daarom moeten zorgverleners gegevens over de diagnose blijven vastleggen. De Regeling gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg - NR/REG-1927 waarin in Artikel 51.3.4 Vastleggen diagnose wordt voorgeschreven dat de DSM-5 classificatie volledig op de vijf assen dient te worden gedaan, blijft gewoon van kracht. Alleen verzamelt de NZa deze gegevens niet meer.

Hoe verhouden de NZA diagnosehoofdgroepen zich tot de DSM-5?

Om inzicht te krijgen in de gevolgen van het alleen nog maar verzamelen van 14 NZa diagnosehoofdgroepen, hebben wij twee overzichten gemaakt.

NZA diagnosehoofdgroepen naar DSM-5 hoofdgroepen, subgroepen en ICD-10 codes

Diagram 1 gaat uit van de NZA diagnosehoofdgroepen. Het laat zien welke DSM-5 hoofdgroepen, subgroepen en ICD-10 codes binnen een NZA diagnosehoofdgroep vallen. Voor de ICD-10 codes is ook aangegeven of de diagnose binnen de verzekerde zorg van de geneeskundige GGZ valt. Dit diagram geeft vooral inzicht in de diagnosen(groepen) die opgaan in de hoofdgroepen en dus niet meer zichtbaar zijn. Om een paar diagnosegroepen die “verdwijnen” te noemen: Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (in 1. Aandachtstekort- en gedragsstoornissen), Obsessieve-compulsieve stoornissen, Posttraumatische- stressstoornis (beiden in 10. Angststoornissen).

DSM-5 hoofdgroepen, subgroepen en ICD-10 codes naar NZA diagnosehoofdgroepen

Diagram 2 gaat uit van de DSM-5 hoofdgroepen en laat zien welke subgroepen en ICD-10 codes daaronder vallen. Geheel rechts laat het diagram zien welke NZA diagnosehoofdgroepen het betreft. Dit diagram geeft vooral inzicht in inconsistenties tussen de DSM-5 en de indeling die de NZA hanteert. Zo is hier in een oogopslag te zien dat bijvoorbeeld de DSM-5 hoofdcategorieën Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en depressieve stoornissen in vier verschillende NZA diagnosehoofdgroepen voorkomen. De enige NZA diagnosehoofdgroep die een 1-op-1 relatie met een DSM-5 hoofdgroep heeft is 3. Bipolaire stemmingsstoornissen.

Conclusie

Deze diagrammen laten zien dat veel informatie over aandoeningen die in de GGZ behandeld worden verdwijnt in grove hoofdcategorieën die niet consistent zijn met DSM-5 hoofdcategorieën. De NZa verzamelt per 15 april 2019 alleen nog maar haar eigen (DBC) diagnosehoofdgroepen. Het zou goed zijn als er een oplossing gemaakt wordt voor de informatieleemte die gaat ontstaan.

DBC-gefinancierde GGZ: Informatie over diagnosegroepen

25 Oktober 2019 Theo Broekman

De overzichten van DBC-gefinancierde GGZ zijn gebaseerd op de CBS Open datasets: 81612NED en 83711NED. Een algemene toelichting van het CBS is hier te vinden. Specifieke en detailinformatie is voor de zorgtrajecten hier 81612NED en voor de personen hier 83711NED te vinden. De door ons gemaakt overzichten geven een handzaam en makkelijk beschikbaar overzicht.

De overzichten per diagnosegroep op subgroepniveau geven ook een idee wat niet meer mogelijk is omdat de NZa alleen nog informatie op hoofdgroepenniveau ophaalt. Zie voor meer details hierboven.

Totaaloverzichten per diagnosegroep

Totaaloverzichten per diagnosegroep en kenmerk

Bureau Bêta Home page