6 Juni 2023 Theo Broekman
Op 27 februari 2023 heeft het CBS de dataset 84857NED over DBC-gefinancierde CBS geactualiseerd met cijfers over 2020 en 2021. Door deze dataset te combineren met 83709NED kunnen wij nu overzichten presenteren van cijfers van 2011-2021 over aantallen personen en diagnoses in de DBC-GGZ. Zoals verderop uitgelegd wordt alleen nog diagnose informatie opgehaald op niveau van NZAhoofdgroepen. Dat is natuurlijk een enorme verarming van de klinisch epidemiologische informatie over behandeling in de GGZ. Te vrezen valt dat met de invoering van het zorgprestatiemodel en de daarmee gepaard gaande zorgvraagtypering zelfs ook deze summiere informatie over een aantal jaar niet meer beschikbaar zal zijn: blijft een DSM-diagnose verplicht? De vraag of een diagnose verplicht blijft, lijkt ons een belediging van de vakmensen die in de GGZ werken. Overigens kondigt het CBS al het einde van deze dataset aan: "Wanneer komen er nieuwe cijfers? Het DBC systeem in de GGZ is per 1 januari 2022 afgeschaft. Eind 2023 worden de cijfers van 2020 en 2021 definitief gemaakt. Hierna wordt de tabel stopgezet."
De cijfers laten zien dat het totaal aantal personen na een scherpe daling van 2011 tot 2015, vanaf 2015 ongeveer constant blijft. Absoluut is het aantal personen in 2021 boven de top van 2018, per 100 000 inwoners onder het niveau van 2018. Bij de hoofdgroepen is een stijgende lijn te zien bij angststoornissen, pervasieve stoornissen, en een lichte bij eetstoornssen. Een dalende lijn is te zien bij de groep: delirium, dementie, amnestische en overige cognitieve stoornissen.
Meer informatie over uitvoering van het onderzoek voor 84857NED is hier te vinden
20 Februari 2019 Theo Broekman
Per 15-4-2019 stopt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met het verzamelen van informatie over diagnosen in de GGZ. In Verplichte aanlevering minimale dataset gespecialiseerde ggz - NR/REG-1829 staat dat per 15-4-2019 alleen nog 14 hoofdgroepdiagnosen deel uitmaken van de minimale dataset. De NZa heeft geconcludeerd dat het verzamelen van informatie over diagnosen voor het uitvoeren van haar wettelijke taken niet nodig is.
Volgens de Informatiekaart DIS (landelijke dbc-informatiesysteem) zorgt de NZa voor veilige opslag en beheer van GGZ data in het DIS. Vervolgens verzorgt de NZa wettelijk vastgelegde data-uitleveringen aan de volgende publieke afnemers:
Het niet meer verzamelen van informatie over diagnosen, heeft dus ook voor anderen gevolgen. De NZa zegt hierover: ”Het klopt dat sommige informatie gedeeld wordt met andere partijen, maar de AVG biedt geen ruimte om informatie binnen te halen puur met als doel om de informatie te delen met andere partijen. Wij begrijpen dat er straks minder diagnose informatie beschikbaar is, maar voor onze analyses volstaat de informatie op hoofdgroep niveau.” (email d.d. 27/12/2018) Sommigen juichen deze ontwikkeling toe. Zij van mening zijn dat het verzamelen van informatie over diagnosen (in de GGZ) onrechtmatig is omdat het persoonsgegevens betreft, zie bijvoorbeeld een artikel waar de NZa als Rupsje Nooitgenoeg wordt gekarakteriseerd.
Omdat de NZa de enige partij is die landelijk informatie over diagnosen in de GGZ verzamelde zal deze infomatie niet neer beschikbaar zijn Ook dat zal niet iedereen verontrusten omdat niet iedereen waarde hecht aan het psychiatrisch diagnostisch classificatiesysteem, de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders).
Feit is dat de verzekerde aanspraken op geneeskundige GGZ volgens de zorgverzekeringswet en de bekostiging van de geneeskundige GGZ zijn gebaseerd op de DSM-5.
Daarom moeten zorgverleners gegevens over de diagnose blijven vastleggen. De Regeling gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg - NR/REG-1927 waarin in Artikel 51.3.4 Vastleggen diagnose wordt voorgeschreven dat de DSM-5 classificatie volledig op de vijf assen dient te worden gedaan, blijft gewoon van kracht. Alleen verzamelt de NZa deze gegevens niet meer.
Om inzicht te krijgen in de gevolgen van het alleen nog maar verzamelen van 14 NZa diagnosehoofdgroepen, hebben wij twee overzichten gemaakt.
Diagram 1
Diagram 2
gaat uit van de DSM-5 hoofdgroepen en laat zien welke subgroepen en ICD-10 codes daaronder vallen. Geheel rechts laat het diagram zien welke NZA diagnosehoofdgroepen het betreft. Dit diagram geeft vooral inzicht in inconsistenties tussen de DSM-5 en de indeling die de NZA hanteert. Zo is hier in een oogopslag te zien dat bijvoorbeeld de DSM-5 hoofdcategorieën Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en depressieve stoornissen in vier verschillende NZA diagnosehoofdgroepen voorkomen. De enige NZA diagnosehoofdgroep die een 1-op-1 relatie met een DSM-5 hoofdgroep heeft is 3. Bipolaire stemmingsstoornissen.Deze diagrammen laten zien dat veel informatie over aandoeningen die in de GGZ behandeld worden verdwijnt in grove hoofdcategorieën die niet consistent zijn met DSM-5 hoofdcategorieën. De NZa verzamelt per 15 april 2019 alleen nog maar haar eigen (DBC) diagnosehoofdgroepen. Het zou goed zijn als er een oplossing gemaakt wordt voor de informatieleemte die gaat ontstaan.
25 Oktober 2019 Theo Broekman
De overzichten van DBC-gefinancierde GGZ zijn gebaseerd op de CBS Open datasets: 81612NED en 83711NED. Een algemene toelichting van het CBS is hier te vinden. Specifieke en detailinformatie is voor de zorgtrajecten hier 81612NED en voor de personen hier 83711NED te vinden. De door ons gemaakt overzichten geven een handzaam en makkelijk beschikbaar overzicht.
De overzichten per diagnosegroep op subgroepniveau geven ook een idee wat niet meer mogelijk is omdat de NZa alleen nog informatie op hoofdgroepenniveau ophaalt. Zie voor meer details hierboven.